Het is belangrijk om vloeiende bochten te creëren. Enerzijds omdat een symmetrisch patroon veel beter oogt. Anderzijds omdat ongelijke bochten, in het bijzonder een ‘kniek’, leidt tot plaatselijke stremming en stuwing van de sapstroom. Dat laatste wekt een scheutgroei op die ongelijk over de gesteltak verdeeld is. In latere fase kan dat ten koste gaan van de leivorm, bij voorbeeld omdat grote snoeiwonden onvermijdbaar zijn.