Een horizontale scheutstand remt de sapstroom en dus de groei. Daarom in opkweekfase het uiteinde van de harttak steeds een stand schuin omhoog geven. Steek hiervoor een bamboestok schuin in de grond, en bindt het scheutuiteinde hieraan vast. Als de scheut een stukje gegroeid is, dan de bamboestok in de grond een stukje opschuiven en de scheut opnieuw aanbinden.
Het ideale moment om een scheut ‘de bocht om te leiden’, is als de scheut zo’n 15 cm voorbij de bocht uitkomt. De redenatie hierachter is:
(Te) vroeg aanbinden gaat gepaard met groeiremming.
(Te) laat aanbinden heeft als nadeel dat de scheut al aan het verhouten is, waardoor hij minder flexibel wordt en zich lastiger in een soepele bocht laat leiden.